Vrijwillige energie in crisistijd
Ongewild en onverwachts zijn wij in het begin van dit jaar geconfronteerd met een situatie waar we niet om gevraagd hebben. Van het razendsnel opzetten van noodhulp tot dealen met een overschot aan hulpaanbod. Er is een tomeloze vrijwillige energie vrijgekomen in coronatijd waar wij niet vaak mee te maken hebben gehad. Samen met Vrijwilligersacademie Amsterdam (VA) hebben we een reeks masterclasses georganiseerd om kennis te bundelen en ervaringen te delen. Dit gebeurde in de vorm van drie webinars waarin Lucas Meijs, Professor Strategic Philanthropy / Vrijwilligerswerk, zijn deskundigheid met vrijwilligers, professionals en andere geïnteresseerden deelde. Hier vatten wij de opgehaalde kennis samen in (video) verslag.
Kracht van de verbinding en op tijd
Samenvattend kunnen we stellen dat de verbinding tussen vrijwillige energie, de gemeente en het behoud van de relatie tussen organisaties en vrijwilligers in tijden van lockdown extra aandacht en een andere vorm vergen. Wacht daar niet mee tot het crisis is. Als zorg en ondersteuning opgeschaald moet worden, neem dan zeker de kracht van het bestaande aanbod mee. Zoals Lucas Meijs met een knipoog stelt: ‘Die vrijwilligers blijven in de weg lopen, dan kun je ze maar beter meenemen.’
Video & verslag: de webinars met Lucas Meijs
Van al deze presentaties en goede gesprekken zijn video opnames beschikbaar. Je kunt ze dus ook terugkijken, alsof je er bij bent geweest. Helemaal onderaan vind je een compact verslag van alle webinars. Veel kijk en leesplezier.
l Applaus voor Vrijwilligers – 14 mei 2020
ll Wederkerigheid – 15 juni 2020
lll Kan het beter? – 31 augustus 2020
l – Applaus voor vrijwilligers
De reeks webinars werd afgetrapt met een applaus om alle vrijwilligers te danken voor hun inzet. ‘Juist in tijden als deze moeten we vieren dat we niet bij de pakken neer gaan zitten’ zo spreekt Lucas met aanstekelijk enthousiasme alle aanwezigen toe. Hij gaat in gesprek met Henriette van der Meij, directeur VCA en Karin Hanekroot, directeur VA. In Amsterdam waren al 250.000 vrijwilligers actief en sinds de corona-crisis zijn daar zeker 6000 bijgekomen. Het is een hele klus om al die vrijwillige energie in goede banen te leiden. Omdat veel organisaties noodgedwongen hun deuren moesten sluiten voor bezoekers en vrijwilligers zijn er veel ‘werkloze’ vrijwilligers. Het is met name lastig om beschikbaar hulpaanbod te matchen aan mensen die hulp nodig hebben.
Ik durf geen hulp te vragen
Meneer Meijs sprak over de kunst van het hulp aanbieden. Soms is de ontvanger bang over wat hij/zij misschien wel moet doen om de vrijwilliger ‘terug te betalen’. Dit leidt soms tot het niet vragen om hulp. Een belangrijke waarde die je volgens Lucas wilt creëren in de contacten als vrijwilliger is wederkerigheid. Belangrijke handvatten in het behouden van vrijwillige energie is het niet te problematiseren. Je kan van een vrijwilliger verwachten dat zij zich aan hun afspraken houden. Houd het verloop open als coördinator en organisatie en behandel vrijwilligers hetzelfde als beroepskrachten. Beiden krijgen dezelfde beschermingsmaatregelen en als dat niet mogelijk is dan kijk je samen naar een oplossing. Tot slot benadrukt Professor Meijs dat het essentieel is dat zowel vrijwilligers als beroepskrachten applaus ontvangen. Vandaag kreeg vooral vrijwillige kracht een applaus van Lucas Meijs. “Vrijwillige energie is als onkruid, hoe harder je duwt hoe sterker het wordt.” Van deze ode gingen wij dieper in op de relatie tussen ‘maatjes’ of hulpvragers en vrijwilligers. Hoe kan deze nu verbeteren in tijden van crisis. Een sleutelwoord hierin is wederkerigheid en zo was de bodem gelegd voor het tweede webinar.
ll – Wederkerigheid
Wat betekent wederkerigheid nu in de (vrijwilligers)praktijk? Hierop werd ingegaan tijdens de tweede masterclass én ook hoe je iemand kan helpen zonder te betuttelen. Een vrijwilliger opende dit thema met enkele vragen waaronder: “Hoe ga ik op een gelijkwaardige manier in contact als ik zie dat het niet goed gaat? Mijn maatje had bijna geen eten in huis en kon dit zelf niet halen. Hoe ga ik dan om met de vraagverlegenheid van mijn maatje en hoe kan ik voor wederkerigheid in zo’n contact zorgen?”
Professor Meijs reageert hierop met hoe menselijk het is dat hulp vragen lastig is, alsook toegeven dat hulp (tijdelijk) nodig is. We groeien op met het idee dat het goed is om autonoom te zijn en door dit alles kan vraagverlegenheid ontstaan en het gevoel iets terug te moeten doen. Daarom is wederkerigheid in een relatie zo belangrijk. Als je (als vrijwilliger) heel veel geeft of dreigt te geven dan zet je een relatie onder druk. “Je kunt mij áltijd bellen” is een goed bedoelde boodschap. Toch ontneem je jouw maatje hiermee de kans op een wederkerige relatie. De hulpvrager heeft daardoor het gevoel nooit ‘terug te kunnen betalen’. Er is dan sprake van ‘scheve wederkerigheid’ die ontvangers vrezen en vrijwilligers zouden moeten vermijden. Een manier om dit te vermijden is wel die zak snoep aan te nemen voor jouw kinderen of neefje, ook al wordt het niet gebruikt thuis. Enkele vragen die je jezelf als vrijwilliger kunt stellen om na te gaan of je een gelijkwaardig contact hebt, zijn: ‘Neem ik het over? Geef ik iemand de ruimte om ‘nee’ te zeggen? Behandel ik die persoon als een klein kind? Je wilt voorkomen dat je paternalistisch te werk gaat. Dat betekent dat je (met goede bedoelingen) er vanuit gaat dat je weet wat goed is voor iemand anders.
lll – Kan het beter?
Begin september sloten we de reeks af met een speciale masterclass waarin de volgende vraag centraal stond: Hoe kunnen we in een volgende crisis de vrijwillige energie beter in banen leiden? De focus in dit webinar lag op het organiseren en begeleiden van vrijwilligers op zowel gemeentelijk als organisatie- en bestuurlijk niveau. Een deskundig panel reflecteerde op de (nood)hulp die dit jaar werd geboden om hier lering uit te trekken.
Vorm (nu) een stedelijk crisisteam
Professor Meijs suggereert allereerst om op stedelijk niveau een (positief) Vrijwillige Energie Crisisteam te vormen van 10 belangrijke mensen waarmee voorbereid wordt hoe om te gaan met de stroom van vrijwillige energie in geval van crisis en helemaal bij een volgende lockdown. Het is raadzaam om nu al bij mensen met een hulpvraag na te gaan wat zij nodig hebben als een dergelijke situatie opnieuw ontstaat. Zodoende kunnen organisaties, hulpverleners en vrijwilligers veel sneller de juiste ondersteuning opstarten in een onverhoopte volgende crisis.
Voorbereid op vrijwilligers die ‘niet passen’
Bij een crisis staan voldoende vrijwilligers op, vertrouw daarop. Wees als organisatie echter wel voorbereid op vrijwilligers die ‘niet bij jou passen’. Als organisatie kun je je hierop voorbereiden door de vaste functieprofielen voor vrijwilligers (deels) los te laten. Creëer een plek voor een vrijwilliger, ook al zoek je op dat moment andere competentie dan hij/zij biedt. Dat is een goed voorbeeld van het koesteren van vrijwillige energie. Vraag de vrijwilliger en de hulpvragers samen om ‘de nieuwe malletjes’(taakomschrijvingen) te helpen maken. Past een vrijwilliger toch niet bij een vraag van je bewoner of organisatie, denk mee en verwijs en breng als nodig hem/haar naar een andere plek.
Positieve verbindingen
Een andere hoek waar vrijwillige energie begon te stromen was bij stichting Droomwevers, die zich inzet voor de culturele educatie van kinderen. Marco Lassche (bestuurslid) vertelt hoe ze positieve verbindingen zochten met het project ‘World of Music’.
Firoez Azarhoosh van Stichting Meevaart deelde zijn ervaringen over de maaltijdvoorzieningen in Oost en ging na hoe het was gesteld met de informatieverstrekking over Corona in de buurt. Zij hebben een bulletin in verschillende talen opgesteld. Daarbij hebben zij geleerd dat het raadzaam is om coördinatie van zulke hulp al op te zetten voor dit nodig is. En ze vinden het belangrijk dat de gemeente ook een rol speelt hierbij.
Marijn van Ballegooijen (wethouder in de gemeente Amstelveen) kon hier direct over meepraten. Het viel hem op hoeveel kleinschalige initiatieven van grote meerwaarde waren en ziet een kans in het versterken van sociale informele netwerken in de buurt. Ook erkent hij dat dit soms lastig is op plekken waar veel mensen dicht op elkaar wonen. Kleinschaligheid kan helpen om zorgrelaties te maken. Kritische kanttekening uit de praktijk is dat de gemeente een taak heeft om vrijwilligers meer te betrekken en te verbinden aan contactpersonen binnen de gemeente.