Richard en Bas zijn vrijwilligers bij gereedschapsuitleen de Blauwe Duim: “Hier gaat het nu eens níet over geld”

13 februari 2024
VCA portret vrijwilliger de Blauwe Duim 2023_002 DEF

In 1983 sloeg de woningbouwvereniging in de Staatsliedenbuurt bewust wasbakken kapot om kraken te voorkomen. Omdat er woningnood was, hield dat de krakers niet tegen. De toen opgerichte gereedschapsuitleen de Blauwe Duim begon koevoeten en breekijzers uit te lenen en daarnaast steeds meer handgereedschappen en machines. Inmiddels bestaat de Blauwe Duim al meer dan 40 jaar en past het initiatief perfect in het idealistische plaatje van de deeleconomie. Vrijwilligers Bas en Richard vertellen er meer over.

Richard, technisch manager in bioscopen, kwam acht jaar geleden in de buurt van de Cliffordstraat wonen en leende regelmatig, voor weinig geld, goed gereedschap bij de Blauwe Duim om zijn eigen huis op te knappen. “Ik wilde iets terugdoen en werd er vrijwilliger om ook mijn steentje bij te dragen aan de maatschappij.” Bas, in zijn professionele leven ook klusser, twijfelde toen hij tien jaar geleden als vrijwilliger begon nog wel over de samenwerking met een aantal oude communistische mannen van het eerste uur. “Inmiddels is een van deze mannen een van mijn beste vrienden. Ik heb het nog steeds erg goed naar mijn zin bij de Duim. Hier gaat het een uurtje nou eens niet over geld.”

Vrijwilliger Richard bij de Blauwe Duim

Vrijwilliger Richard

Samen een doodskist maken

Toen Ralph, de roemruchte oprichter van de Blauwe Duim, in 2016 overleed, is er bij de werkplaats van de Blauwe Duim samen een mooie doodskist getimmerd die precies in een van de bakfietsen van de Blauwe Duim paste. Daarmee is Ralph onder grote belangstelling van Zorgvlied naar het crematorium gefietst. “Veel vrijwilligers waren bang dat de gereedschapuitleen daarna als een kaartenhuis in elkaar zou storten, want Ralph wist altijd alles (beter), maar dat bleek gelukkig niet het geval”, vertelt Bas. “Samen hielden we een grote schoonmaak en zochten we naar nieuwe manieren van samenwerken. Dat is goed gelukt, al duren sommige dingen nu iets langer en gaat er soms best eens iets mis. Maar van fouten kun je goed leren”. Het belangrijkste is: de Blauwe Duim is er nog! En hoe! Er wordt binnenkort weer een groot jubileumfeest gevierd. “De T-shirts zijn al gedrukt, natuurlijk met het logo van de Blauwe Duim er op.”

Getallen

Richard en Bas rekenen snel uit dat er bij de Blauwe Duim zo’n 45.000 vrijwilligersuren zijn gedraaid in de laatste 40 jaar. 40 Jaar maal een uur per dag in tweetallen exclusief vergaderen (“met een biertje erbij”), reparaties uitvoeren, klanten nabellen en nog veel meer. Er zijn in totaal zestien vrijwilligers, waaronder twee vrouwen. In de afgelopen 40 jaar zijn er 68 vrijwilligers geweest. In een ijzeren archiefkast achter de balie staat het totale papieren klantenbestand. Als interviewer ben ik opgetogen als ze mijn klantenkaartje vinden, omdat ik sinds 2004 jaarlijks een bakfiets voor Koninginnedag leen. In 2024 wordt het klantenbestand gedigitaliseerd en vernieuwd, omdat de archieflades overvol zitten. “We beginnen weer opnieuw.”

Vrijwilligers Blauwe Duim Amsterdam West

Vrijwilliger Bas

 

Lekker zo doorgaan

“Ik houd van klussen en een praatje maken”, vertelt Bas. “Ik vind het echt leuk om mensen advies te geven. Ook mensen die niet zoveel verstand hebben van klussen. Laatst wilde iemand een boor lenen om een schilderijtje op te hangen. Ik vroeg voor welke muur. Het antwoord was: ‘Een blauwe muur’, haha.” De Blauwe Duim staat voor veel meer dan alleen een uurtje vrijwilligerswerk in de week. “Mensen kunnen dankzij ons voor weinig geld zelf klussen en je voorkomt dat iedereen zelf dure machines aanschaft. Het is goed tegen de consumptiespiraal. Mijn droom is dat de Blauwe Duim in de huidige tijd gewoon kan blijven voortbestaan.”

Lijkt het je ook leuk om vrijwilligerswerk te doen in Amsterdam West? Neem contact op met Vrijwilligers Centrale Amsterdam in West via n.diepstraten@vca.nu of telefoonnummer 06-34174129. Of kijk op de vacaturebank van VCA!

Interview: Thecla Groot Koerkamp

Foto’s: Mark Rammers